Gezien het schrille contrast met Nederland durf ik het bijna niet op te schrijven, maar het is hier 28 graden. De lucht is strakblauw, de lucht trilt boven het zwarte asfalt en de zee is een aangename 20C warm. Perfecte omstandigheden voor een week lang kilometers maken in voorbereiding op de lange-afstandswedstrijden van het seizoen. Hieronder alvast de impressie van IM Mallorca 70.3 die we zaterdag bekijken hebben.
Woensdagavond trappen we af met een uurtje lopen. Even de restanten van de vlucht uit de benen lopen. Donderdagochtend is de officiële start: om 8 uur staan we op het maagdelijke strand van Can Picafort voor een uur zeezwemmen. Het water blijkt kraakhelder en rimpelloos. We zien ons schaduw onder ons op de zeebodem met ons meezwemmen, zien schollen en zelfs een pijlstaartrog van een halve meter het zand om de bodem omwoelen.
Daarna is het genieten van het copieuze ontbijt (vers fruit, muesli, kwark, gepocheerde eieren en nog heel veel meer lekkers en gezonds) dat Tabitha heeft klaargemaakt. Het is zo lekker dat we teveel eten. Vincent beweert zelfs een omgekeerde hongerklop gehad te hebben tijdens de 4 uur fietsen die we daarna doen: een volle maag waardoor hij niet echt lekker kan fietsen. Omdat de zon nog steeds uitbundig schijnt en we hier zijn om kilometers te maken besluiten we dag 1 met een uur lopen. Dat doen we over de boulevard naar Can Picafort, die inmiddels Alii Drive-achtige sferen begint te vertonen. Zaterdag is hier namelijk de Ironman Mallorca 70.3. Met 2300 deelnemers en Hawaiiaanse temperaturen is de boulevard bezaaid met afgetrainde triatleten die hun fiets nog even testen of hun skinny legs verwennen met een ontspannen testloopje.
Vrijdag fietsen we het Ironman-parcours. Dat is één van de meest eerlijke parcoursen die ik ken. Een kilometer of 10, 15 vlak wegfietsen over de boulevard, daarna bij Pollenca het binnenland in en vervolgens een kilometer of 10 klimmen. Niet te steil, maar in combinatie met de hitte uitermate selectief. Dat geldt ook voor de afdaling: die is technisch, met een serie haarspeldbochten waar de Stelvio jaloers op mag zijn. Daarna nog een kilometer of 40 vlak met wind van opzij of pal tegen. Uitermate geschikt voor de tijdrijders.
Om nog meer in de Ironman-sfeer te komen, gaan we ‘s middags naar de expo. De creditcards maken overuren. Bij de Sailfish-stand koopt kleine Bert, met het vooruitzicht op een stervenskoud zwemonderdeel in Nieuwkoop, een neopreen badmuts. Hieronder presenteert hij zijn nieuwe aanwinst, samen met Vincent.
We verlustigen ons aan de aanblik van de fietsen in het parc fermé. Het blijft me verbazen over welk materiaal de gemiddelde Ironman-atleet beschikt. Ik schat dat de gemiddelde fiets een eurootje of 5000 kost. Maal 2300 fietsen betekent dat er voor dik 11 miljoen euro aan materiaal op de pier van Port d’Alcudia staat. De BikeMotion kan wel inpakken als je dit allemaal ziet.
Ook fantastisch is het zwemparcours. Dat ligt er snaarstrak bij in de baai van Port d’Alcudia. We hebben natuurlijk onze wetsuits meegenomen om dit buitenkansje, een perfect uitgemeten en van metershoge boeien voorziene parcours, te bezwemmen. In de praktijk blijkt het oriënteren toch erg lastig: de zon staat op dit tijdstip heel anders dan ‘s ochtends om 8 uur. Compleet verblind slalommen we van links naar rechts over het zwemparcours. Bert Veldhuis, die met de nieuwste Garmin zwemt, meet op zijn GPS 2,46 kilometer. Bijna 600 meter teveel dus.
Voor de 2300 Ironman-atleten is zaterdag D-Day. Wij gaan vandaag supporteren. Ik heb al heel wat Ironmans gedaan, maar dan altijd als deelnemer. De energie die een Ironman geeft is enorm. Niet alleen als deelnemers, maar ook als toeschouwer. Ik zuig de indrukken in me op. Het Coldplay-nummer dat uit de speakers blaast, de Japanse triatleet die zich met zijn ouders in concentratie heeft afgezonderd, de persfotografen die zoeken naar het ideale shot, de surfboardpeddelaars die zich klaarmaken voor het begeleiden van het zwemonderdeel: alles en iedereen is op zijn eigen manier bezig met de voorbereidingen. Tot en met de obers toe: we worden tijdens het ontbijt bediend door een ober met een startnummer op zijn rug.
Op het loopparcours richten we een Holland-hoek in. We blijken vlak bij de supporters van Wouter Duinisveld te staan. Hij heeft een donorhart en is de derde triatleet ooit die met een donorhart een halve Ironman doet. We maken er een feestje van waar de Holland-bocht op Alphe d-Huez een punt aan kan zuigen. Op het startnummer staat de voornaam en het blijkt bijzonder leuk te zijn om de atleten bij naam te noemen. Zelfs de meest chagrijnige en door de hitte en afstand afgepeigerde atleten blijken toch nog een big smile te kunnen produceren in het voorbijgaan, goed voor weer een paar honderd meter energie.
Na deze energieboost gaan we zelf ook nog wat doen. Mijn naamgenoot heeft het illustere plan opgevat om aan het eind van de middag ‘nog even’ naar Cap Formentor te rijden. Dat is een kilometer of 45 – enkele reis – en niet geheel vlak. Om een beetje bijtijds thuis te zijn betekent dat: doorrijden. Direct vanuit huis start Bert zijn brommer op: een half uur later zitten we al in Port de Pollenca met een gemiddelde van 36.0 op de teller. En dat met een lichte tegenwind. Gelukkig blijk ik ook mijn goede benen bij me te hebben, zodat ik kan helpen in het gangmaken. Vincent zit op de bagagedrager en laat zich lekker meedrijven in onze koppeltijdrit. Na 1 uur 32 staan we op de Cap Formentor: precies op schema. We voelen ons opperbest en doen er op de terugweg nog een schepje bovenop. Na krap 3 uur, 1000 hoogtemeters en 90 kilometer staat er 31.8 op mijn teller. Berts vermogensmeter geeft 250 Watt gemiddeld en 280 Watt normalized aan en merkt op dat hij erg veel zin begint te krijgen in Nieuwkoop.
Nog 3 volle dagen triathlonplezier te gaan onder een onverminderd strakblauwe hemel en tropische temperaturen!